Groep 4/5
Groep 4
Rekenen
Voor rekenen komen er onderdelen bij zoals: rekenen-met-grotere-getallen, vermenigvuldigen, delen,
gewicht, meetkunde en verhoudingen. Met rekenen wordt er tot 100 gerekend en worden de tafels
geleerd.
Taal en spelling
Met taal werken kinderen aan woordenschat, woordbouw, zinsbouw en dergelijke. Zelfstandig
naamwoord en lidwoord komen aan de orde.
In groep 4 wordt spelling steeds belangrijker. In groep 3 begon het spellingonderwijs met het
aanleren van ‘klankzuivere’ woorden of ‘luisterwoorden’: dat zijn woorden die je net zo schrijft als je
ze uitspreekt: kaas, raam, dop. Het spellen daarvan gaat eigenlijk vanzelf.
Lastiger wordt het bij woorden die niet klankzuiver zijn. Peer klinkt bijvoorbeeld als pir en mooi klinkt
als mooj. Waarom schrijf je lopen en niet loopen? En dan zijn er nog die woorden waarvan je gewoon
moet weten hoe je ze schrijft: woorden met ei/ij, au/ou, s/z, ch/g. Best ingewikkeld, maar je kind gaat
het allemaal leren in groep 4.
Lezen
In deze groep vindt de overgang plaats van het aanvankelijk naar het voortgezet technisch lezen. Het
leestempo gaat een steeds belangrijker rol spelen. Met lezen vergroot je ook je woordenschat,
hetgeen van belang is voor het begrijpend lezen.
Het is belangrijk om thuis het lezen te stimuleren. Ook af en toe samen lezen werkt bevorderend en
zo hoor je ook meteen de vorderingen die je kind maakt. Laat je kind dus zoveel mogelijk
‘leeskilometers’ maken.
Begrijpend lezen
Begrijpend lezen is het geven van betekenis aan geschreven taal. Ging het in groep 3 nog
voornamelijk om het leesproces (het zogeheten technisch lezen), in groep 4 komt er ook aandacht bij
voor wát je kind leest en het begrijpen van de teksten (begrijpend lezen). Door middel van vragen
over de gelezen tekst wordt bekeken of je kind wel echt snapt wat hij of zij heeft gelezen.
Schrijven
De kinderen kennen de gewone schrijfletters en nu leren ze de hoofdletters.
Geschiedenis, aardrijkskunde en natuuronderwijs
Komen ook in groep 4 aan bod. Het gaat steeds meer om de wereld om hen heen. In groep 4 worden
de zelfstandig werkmomenten langer en meer. Naast de verbredingsactiviteiten kunnen de kinderen
zich ook storten op een zoekvraag. Ze zoeken dan bijvoorbeeld antwoord op een prangende vraag
als: Hoe komen mensen aan hun achternaam? Wat is een blauwe plek eigenlijk?
De middagen is er ruimte voor de creatieve vakken: gymnastiek, tekenen, handvaardigheid en
muziek.
Gym
Wij gaan twee maal per week gymmen. Eén maal in de grote gymzaal in Gorssel, waar de kinderen
de toestellen leren gebruiken. Hier gaan we met z’n allen met de bus naartoe. De andere gymles is
op school, dit zijn de spellessen, denk hierbij aan tik- en balspel
Groep 5
In groep 5 vinden we het erg belangrijk dat iedereen zich thuis voelt, en vooral zichzelf durft te zijn. De kinderen zijn een groot deel van de tijd op school. Samen met de ouders wil ik zorg dragen voor een mooie aanloop van het kind in de samenleving.
Voor de kinderen zorg ik voor helderheid, respect, structuur en voorspelbaarheid. Dit maakt dat de kinderen kunnen zijn wie ze zijn en zichzelf hierin mogen ontwikkelen.
Omdat niemand zich constant kan concentreren moeten we ervoor zorgen dat het hele lichaam actief wordt en blijft. In onze klas doen we dat door regelmatig een Energizer in te zetten, de ene keer binnen, de andere keer buiten.
Rekenen
Rekenen: mag het een nulletje meer zijn? Eind van groep 4 hebben de kinderen de eerste berekeningen tot 100 zijn al gemaakt. In groep 5 komen er nog meer nullen bij: dan gaat je kind sommen maken tot 10 000. Daarnaast worden de tafels verder uitgebouwd tot 10.
- Nieuwe onderdelen met rekenen zijn het rekenen-met-getallen-over-de-honderd en het verband tussen delen en vermenigvuldigen. Ook zetten we een kleine stap richting breuken.
Hoe verdeel je een pannenkoek in gelijke stukken?
- Verder wordt er ingegaan op inhoudsmaten. Wat is nu eigenlijk een liter? Hoe is die onder verdeeld in kleinere maten? Hoeveel liter gaat er in een emmer?
- De kinderen leren formaten en afstanden schatten. Ze meten echt met duimstokken, linialen of rolmaat en meten dan buiten het plein, de tegels, de deuren, hun tafel en boeken etc.
- De tafels tot en met 10 automatiseren we verder.
Taal
In groep 5 wordt taal in 4 verschillende leerstofdomeinen gegeven:
- Woordenschat: In elke thema leren de kinderen woorden en uitdrukkingen die bij het thema passen. Dit met ondersteuning van woordparachute, woordspin, woordkast en woordtrap
- Taal verkennen: In de verschillende thema’s leren de kinderen kennis maken met zinsontleden (persoonsvorm, onderwerp, lijdend voorwerp), woordsoorten (werkwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord en voegwoorden.
- Spreken en luisteren: De kinderen leren goed te luisteren naar opdrachten, leren telefoneren, leren met elkaar in gesprek gaan over verschillende onderwerpen.
- Schrijven: Hier ligt de nadruk op het schrijven van gedichten, verhalen maar ook mening teksten. Het gebruiken van de juiste leestekens.
Spelling
In groep 5 werken we nog hard aan de geleerde spellingregels van groep 4, klankgroepwoorden blijven een heel belangrijke rol spelen in dit leerjaar, daarnaast leren we ook wanneer we de woorden met een hoofdletter schrijven.
Wat zijn nu de verschillende klankgroepwoorden?
- Lange klank: lopen à Lo I pen. Lo is een lange klank ik neem een stukje weg
- Korte klank: kippen à Ki I ppen. Ki is een korte klank dan schrijf ik de .. dubbel
- Tweetekenklank: moeder à moe I der. Moe is een tweetekenklank dan schrijf ik het zoals ik het hoor.
Lezen
In groep 5 wordt er naast technisch lezen ook begrijpend lezen gegeven.
Het technisch lezen krijgt vorm door in de ochtend te stillezen of ralfilezen in kleine groepjes op niveau. Ralfi lezen is een vorm van lezen waarbij de kinderen drie dagen dezelfde tekst krijgen, deze wordt eerst VOOR gelezen, dan in KOOR gelezen en vervolgens DOOR de kinderen gelezen.
Begrijpend lezen
Bij begrijpend lezen worden de volgende strategieën aangeboden:
- Doel bepalen
- Voorspellen
- Voorkennis ophalen
- Herstellen
- Vragen stellen
- Visualiseren
- samenvatte
Projecttijd
Elke dag kiezen de leerlingen binnen projecttijd uit diverse opdrachten. Dat zijn verrijkende opdrachten op het gebied van taal, rekenen of lezen, geschiedenis, aardrijkskunde of natuurkunde. Maar er zit ook een project in. Dat kan zijn via de methode “Zit dat zo?” of “Outside the box” of een eigen bedacht project. Dat is een opdracht die een korte periode loopt en afgesloten wordt met een vorm van presentatie aan de hele groep. De planning voor de invulling van de projecttijd zetten zij zelf in de weektaak.
Meer vakken
Daarnaast krijgen de leerlingen de vakken gym, Engels, handvaardigheid , tekenen, kanjertraining, geschiedenis, aardrijkskunde en natuurkunde. Bij die laatste drie vakken werken we aan thema’s. We bieden als leerkracht een heel stuk kennis aan en werken dat dan in klein of groot groepswerk uit in projecten. Enkele voorbeelden zijn hoe werkt een vulkaan of het onderzoeken hoe lang een schimmel nodig heeft om te groeien. We vertellen veel, laten beelden zien, laten ze onderzoek doen.
Bij handvaardigheid en tekenen zijn we bezig om verschillende technieken ons eigen te maken. De lessen worden in verschillende stappen opgebouwd, voordat er een eindresultaat zichtbaar wordt.
Samen bespreken we de opdrachten en geven elkaar feedback.
Engels geven we volgens de methode “Take it easy”. Waar we vooral de nadruk leggen om het durven uitspreken van de Engelse woorden en het leren kennen van de Engelse woorden.